Samen toewerken naar een gezonde nieuwe norm

Hoe kunnen we veilig én gezond werken in de bestratingsbranche? Deze vraag stond centraal tijdens het webinar van donderdag 4 september. Aanleiding is het inspectieproject fysieke belasting, waar de Nederlandse Arbeidsinspectie eerder dit jaar mee startte. Het project heeft het nodige stof doen opwaaien in de branche.

Wie wordt door de arbeidsinspectie gecontroleerd?
Door de huidige controles van de Nederlandse Arbeidsinspectie op fysieke belasting ligt verantwoord verwerken van elementverhardingen onder de loep. Roland van Arragon, arbeidsinspecteur bij de Nederlandse arbeidsinspectie: “We inspecteren het werk bij de stratenmakers zelf, maar zitten ook aan tafel bij de opdrachtgevers zoals onder andere waterschappen en gemeenten. “Want juist in de ontwerpfase begint het met goed nadenken over hoe het werk machinaal kan worden gedaan.”

Geen strengere eisen, wel strengere handhaving
Bijzonder aan dit inspectieproject is dat de arbeidsinspectie het werk stil kan leggen op basis van de fysieke belasting. Maroesja Bonsen, specialist ergonomie Nederlandse arbeidsinspectie, vertelt hoe dat zit. “Anders dan wat men denkt, hanteren we nu geen strengere eisen.” Gelijk aan de normen van 2014 geldt: machinaal en mechanisch bestraten waar dat kan. Wel hebben we nu een strenger handhavingsinstrument, namelijk stillegging. We leggen alleen maar stil als er handmatig wordt bestraat terwijl machinaal/mechanisch mogelijk is. Die stillegging is mogelijk in verband met ernstig gevaar voor de gezondheid en veiligheid van de werknemer als gevolg van de fysieke belasting. De richtlijn van het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten (NCvB) is hierin meegewogen.”

Omvang van het probleem
Dat het belangrijk is samen serieus dit vraagstuk aan te pakken blijkt wel uit de cijfers. Zo’n 38% van de werknemers met één of meer vastgestelde beroepsziekten heeft een beroepsziekte aan het bewegingsapparaat (Factsheet TNO 2024). En 26% van de stratenmakers ervaart gezondheidsklachten als gevolg van het werk (Bedrijfstakatlas 2023 Volandis). Van de straatmakers vindt 81% het werk lichamelijk zwaar (AC Bestratingen) en heeft 46% last van de rug. 

Werkgevers: RIE is verplicht
Elke werkgever is verplicht een risico-inventarisatie te maken, waarin ook de fysieke belasting moet worden beoordeeld. Er zijn verschillende instrumenten om dat te doen. Maroesja Bonsen: “Het handmatig straten hebben we beoordeeld aan de hand van het werkhouding-instrument van TNO.” Daarbij keken we naar twee aspecten: het knielen en de rompbuiging. Alleen al als we naar deze twee factoren kijken – bij handmatig straten zestig minuten knielen per dag en rompbuigingen zestig minuten tot vier uur verdeeld over een dag – dan geven beide risicofactoren een rode score. Dit betekent een sterk verhoogd risico op gezondheidsklachten bij de werknemer. Dit vereist direct maatregelen. Overige risicofactoren, zoals repeterend werk en de werkhouding met betrekking tot de nek en schouder, zullen ongetwijfeld ook op een sterk verhoogd risico uitkomen. Maar alleen al de eerst twee risicofactoren zijn genoeg om een werk stil te leggen als er handmatig wordt gestraat waar het machinaal kan.”

Verouderde sectorale afspraken
Voor de duurzame inzetbaarheid is het belangrijk om handmatig straten te minimaliseren. Opdrachtgevers en opdrachtnemers zullen samen aan de slag moeten om dit voor elkaar te krijgen. Teunis van de Pol, adviseur namens Strwise (Bouwend Nederland, MKB INFRA, STRAATWERK Nederland): “De Arbocatalogus is verouderd en ongeldig. Datzelfde geldt ook voor de CROW 324 en het Straatwerkplan. En ook bij de opleidingen hebben we werk te doen met elkaar. Kortom: “Als sector en als branche werken we momenteel met verouderde sectorale afspraken.”

Dialoogbijeenkomsten en enquêtes
De afgelopen maanden werden er dialoogbijeenkomsten gehouden om uitleg te geven over de ontwikkelingen. “Doel was samen bepalen: waar staan we eigenlijk en hoe gaan we nu verder?” Uit de bijeenkomsten blijkt dat er binnen de sector onder verwerkers en aannemers steun en de wil is om door te pakken. De dialoogbijeenkomsten in mei kenden een grote opkomst. “Samen brachten we de knelpunten in kaart om te komen tot vernieuwde normen om veilig en gezond te werken.” In juni dit jaar is er een hulplijn opgezet voor concrete vragen, bijvoorbeeld naar aanleiding van stillegging van werken. Inmiddels hebben we onder stratenmakers vragenlijsten uitgezet, de uitkomsten van deze enquêtes komen nu binnen.”

Integrale aanpak branche
Bouwend Nederland, MKB INFRA en STRAATWERK Nederland zijn het erover eens: deze uitdaging vraagt om een integrale aanpak. “De plannen die door ons zijn gemaakt, liggen nu bij de bestuurders in de keten.” Tegelijkertijd is ook een aantal opdrachtgevers aangehaakt. Zo zijn we samen met opdrachtgevers een pilotgroep gestart waar we ons specifiek buigen over de situatie bij het werk aan putten en sleuven.” Volgens Van de Pol is het bij alle partijen duidelijk: er moet worden voldaan aan de wet. “We staan voor onze mensen en hun welzijn”. Naast de lichamelijke belasting nemen we daarbij ook zeker de mentale belasting mee.”

Hoe nu verder: snel duidelijkheid
Op dit moment zijn de plannen in de Pre-implementatiefase, vertelt Van de Pol. “De arbeidsinspectie heeft tegen ons als branchevereniging gezegd dat er geen sprake gaat zijn van een overgangsfase.” Dus willen we heel snel duidelijkheid bieden waarin we toewerken naar een nieuwe gezonde norm. We blijven de komende tijd updates geven over hoe we voor dit moment wel kunnen gaan werken. “Het doel is dat we in oktober 2026 een definitieve 324 strwnxt norm kunnen presteren.” Via de hulplijn komen complexe cases binnen bij het projectteam. “In negentig procent van de werken willen en kunnen we snel duidelijkheid geven. Voor de andere tien procent zullen we met elkaar dieper moeten nadenken. Er zijn allerlei hulpmiddelen inzetbaar als er toch handmatig moet worden gestraat. Daarbij moeten we ook in mogelijkheden en in innovaties denken. Dat kunnen we niet alleen: we hebben de hele keten nodig om daarin stappen te maken.”

Nadenken over fysieke en mentale belasting, van ontwerp- tot onderhoudsfase
Al in de ontwerpfase dient te worden gedacht hoe machinaal straten mogelijk is. “Een ontwerp dient te voldoen aan de wet, dat is een eerste regel. Zo kunnen we de belasting voor de stratenmaker verminderen. Dat willen we als branchevereniging en als ondernemers. Het is cruciaal dat de ontwerper/architect al in de ontwerpfase nadenkt of het werk voldoet aan de wet, óók op het gebied van fysieke belasting. Hierna volgt de opdrachtfase; het moment dat je als opdrachtnemer en opdrachtgever verbeterkansen kan doorvoeren. Zeker als de uitkomst van de ontwerpfase is dat het niet optimaal machinaal kan. Ook in de uitvoeringsfase en onderhoudsfase kunnen we meer samen nadenken over hoe werkzaamheden veilig en gezond uitgevoerd kunnen worden. Dat vraagt om een warme overdracht tussen opdrachtgever en opdrachtnemer.”

Hoe kan het morgen al anders?
Willen we deze transitie maken, dan moeten we aan de slag met elkaar. Doe mee om met elkaar een gezonde keten te realiseren! Het begint nú met een andere mindset. Vraag jezelf af: wat is mijn bijdrage, hoe kan ik verbeteren? Naast een andere mindset, draait het vooral om samenwerking. Heb je naar aanleiding van het webinar concrete vragen, of is jouw werk stilgelegd? Laat het weten via de hulplijn van Straatwerk Nederland, Bouwend Nederland en MKB INFRA. Wij denken graag (kosteloos) met je mee.


Webinar gemist? Kijk het hier terug:

Bekijk of download hieronder de presentatie van het webinar: